Beveiligen van apparatuur
Als we kijken naar apparatuur en installaties, dan zijn aansluitleidingen de boosdoeners. Voor het beveiligen van aparatuur en installaties, zijn de volgende stappen belangrijk:
- Zorg dat de bliksemontlading ver weg blijft van leidingen en apparatuur, door ze bijvoorbeeld eerder op te vangen.
- Zorg dat inductie en spanningsverslepingen niet op de leidingen komen, door deze af te schermen en goed te aarden.
- Indien dan toch nog overspanningen op de leidingen ontstaan, kan men deze overspanningen door potentiaalvereffening en overspanningsbeveiliging weghalen.
Op de aansluitleidingen ontstaan overspanningen, ten gevolge van inductie en/of spanningsverslepingen. Spanningen die dus hoger zijn dan de spanning waarop de apparatuur of installaties werken. Over de aansluitleidingen kan ook een deel van de bliksemstroom lopen, die dan uiteindelijk door de apparatuur of installaties loopt.
Principe van potentiaalvereffening en overspanningsbeveiliging: Apparatuur gaat defect door te grote spanningsverschillen tussen de verschillende aansluitleidingen of aansluitaders. Ten gevolge hiervan lopen er te grote stromen door de apparatuur aansluitingen. Door te zorgen, dat op het moment van te grote spanningsverschillen, alle aansluitleidingen en aansluitaders “kortgesloten” zijn, kan de apparatuur deze hoge spanningen en stromen “niet zien”. Belangrijk daarbij is dat alle aansluitleidingen en aansluitaders in deze “kortsluiting” zijn opgenomen. Wordt er één leiding vergeten, dan is het apparaat niet beveiligd.
Overspanningsafleiders zorgen ervoor dat alleen op het moment van een overspanning, een “kortsluiting” ontstaat, waarbij de stroom afvloeit naar aarde. Dit gaat zo snel dat de apparatuur er niets van merkt en dus geen schade ontstaat. Overspanningsafleiders zijn er voor verschillende doeleinden. Zo zijn er meer dan 400 verschillende uitvoeringen. De juiste keuze van overspanningsafleiders is natuurlijk belangrijk voor een goede beveiliging. Maar nog belangrijker is dat ze geen invloed hebben op de werking van de apparatuur of installatie onder normale omstandigheden.
Het aansluiten van overspanningsafleiders is een vak apart. Omdat hoge en met name zeer pulsvormige stromen moeten worden afgeleid, ontstaan op verkeerd aangesloten aansluitleidingen spanningen, die de werking van de overspanningsafleiders teniet doen. Gebruikelijke aansluittechnieken zijn in de meeste gevallen dan ook onvoldoende. Bij gebruik van meerdere overspanningsafleiders is het belangrijk dat de afleiders op elkaar zijn afgestemd.
Een andere manier van beveiligen is apparatuur los koppelen van de aansluitleidingen. Echter alle leidingen moeten dan worden losgekoppeld en wel zo dat de afstand groot genoeg is om overslag te voorkomen. Beveiligingsapparatuur die de apparatuur/installatie automatisch loskoppelt, op het moment van een overspanning, bestaat niet. Zekeringen zijn veel te langzaam. De bliksemstroom is allang “binnen”, voordat de zekering doorsmelt. Zogenaamde optocouplers zijn geen goede oplossingen, omdat door overslag via de optocouplers de overspanning toch nog binnen kan komen. Glasvezel is wel een goede oplossing. Wel moet deze metaalvrij zijn (wat meestal niet het geval is). Daarnaast kan de voeding niet m.b.v. glasvezel aangesloten worden, waardoor toch nog schade kan optreden.
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.