Voorbeeld risico woonhuis
Gebouw (economische afwegingsmethode)
Uitgangspunten
- lengte 15 meter
- breedte 10 meter
- hoogte 6 meter
- postcode 1715
- vrijstaand
- metselwerk
- woonhuis
- kleine blusmiddelen
- opstal € 600.000,-
- inboedel € 150.000,-
Uit de berekening komt dat bij een blikseminslag men statistisch gezien een schade kan verwachten van ca € 90.000,- T.g.v. brand, ontzetting van het gebouw, verlies van inboedel e.d.
Rekening houdend met hoe vaak dit voor kan komen, kan men dit terug rekenen naar 1 jaar.
Dan komt het verwachte schade bedrag neer op ca € 470,- op jaarbasis.
Een bliksembeveiliging kost voor dit woonhuis ca € 2.000,- (uitgaande van een pannen dak).
2 a 3 jaarlijkse inspectie kosten + eventueel onderhoud ca € 40,- op jaarbasis.
Totale kosten van de installatie ca. € 140,- op jaarbasis.
Economische risicoafweging | Bedragen per jaar |
---|---|
Verwacht schadebedrag per jaar | € 470,- |
Installatiekosten (incl. afschrijving en onderhoud) | € 140,- (-> LPL IV) |
Voordeel met beveiliging | € 330,- |
Conclusie
Zetten we de kosten af tegen de schade verwachting, dan is in dit voorbeeld de schade verwachting veel meer dan de kosten van beveiliging.
M.a.w. het is financieel verantwoord een bliksembeveiliging te nemen.
Apparatuur (risicoafweging apparatuur)
Uitgangspunten
- een 3 fasen voeding
- 1 telefoonlijnverbinding
- 1 cai kabel
- PC met modem
- Alles zit in de meterkast
Risicoklasse-indeling (volgens NPR 8110) | Punten |
---|---|
Ligging van het gebouw: verspreide bebouwing | 2 |
Aansluiting: Nutsleidingen + enig externe communicatie / dataleidingen | 7 |
Waarde apparatuur: tot € 25.000,- | 2 |
Afhankelijkheid: geen belang | 0 |
Totaal: | 11 -> klasse 2 |
Een telefoonlijn aangesloten op modem en/of op een centrale valt onder ‘nutsleidingen + enige externe communicatieleidingen’.
Een telefoon alleen aangesloten op een toestel valt onder ‘nutsleidingen’.
Conclusie
Door de ligging en de aansluiting van leidingen is er een kans op inductie en spanningsverslepingen veroorzaakt door nabije bliksemontladingen. Door de relatief lage waarde van de apparatuur, maar met name omdat men niet afhankelijk is van de apparatuur, is de uitkomst van de risicoklasse-indeling; beveiligingsklasse 2. Dit kan men overigens zien als een basis beveiliging voor alle aanwezige apparatuur.
Alle apparatuur van enig belang (indien aanwezig), valt in klasse 3 of 4 en het is dus verstandig deze ook op apparatuurniveau te beveiligen.
Installatie apparatuur beveiliging
Voor klasse 2 geldt dat op de gebouwgrens alle binnenkomende leidingen, d.m.v. overspanningsafleiders moeten worden beveiligd. Belangrijk hierbij is de juiste keuze van de overspanningsafleiders, welke afhankelijk is van het type leiding dat binnenkomt. Ook het aansluiten van de overspanningsafleiders, het bepalen van de juiste plaats en het op een juiste manier aarden is specialistisch werk, wat uiteindelijk de goede werking garandeert.
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.