Structuur van NEN-EN-IEC 62305
NEN-EN-IEC 62305 is van toepassing op het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van nieuwe en bestaande blikseminstallaties. De norm beschrijft maatregelen om de gevolgen van blikseminslag zo veel mogelijk te beperken, rekening houdend met bouwkundige, esthetische en economische factoren.
De NEN-EN-IEC 62305 reeks bestaat uit vier delen:
- Deel 1: Algemene principes
- Deel 2: Risicomanagement
- Deel 3: Fysieke schade aan objecten en letsel aan mens en dier
- Deel 4: Elektrische en elektronische systemen in objecten
Deel 1 is een algemene introductie van de norm. Hier worden de algemene principes, termen en definities gegeven waarop de rest van de norm is gebaseerd. Dit deel beschrijft verder de parameters waarmee bij het ontwerpen van een bliksembeveiliging rekening moet worden gehouden. Ook wordt uitgelegd hoe de schade van een blikseminslag tot uiting komt. Vervolgens wordt het principe van de noodzakelijkheidsberekening van een bliksembeveiligingsinstallatie uitgelegd. Uiteraard wordt ook beschreven hoe het schaderisico kan worden verminderd door het nemen van beschermingsmaatregelen.
Deel 2 van de norm beschrijft een systeem om het risico van blikseminslagen en de noodzaak van bliksembeveiliging te bepalen. In dit deel van de norm wordt het risico verdeeld in verschillende risico componenten, afhankelijk van inslagplaats en mogelijke schadevormen die kunnen optreden.
Het totale risico wordt afgewogen ten opzichte van een geaccepteerd risico.
Indien deze risicoanalyse is uitgevoerd, en het risico voor personen, openbare diensten en cultuurgoed is acceptabel, mag de noodzaak van bliksembeveiliging worden bepaald op economische gronden. Ook voor deze economische afweging wordt een berekeningsmethode aangereikt.
Deel 3 van de norm beschrijft de eisen ten aanzien van het ontwerp, de installatie en het onderhoud van een bliksembeveiligingsinstallatie. Dit deel van de installatie dient om bliksemontladingen op te vangen en af te voeren naar de aarde, aangevuld met bliksempotentiaalvereffening om gevaarlijke vonkvorming en hoge spanningen te voorkomen.
Een bliksembeveiliging kan op twee manieren worden aangelegd. De meest gebruikelijke manier is het monteren van de bliksembeveiliging direct op het te beschermen object. Onder een aantal omstandigheden kan het beter zijn om te kiezen voor een geïsoleerde bliksembeveiliging.
Het externe deel van de bliksembeveiliging bestaat uit de volgende delen:
- de opvanginrichting
- afgaande geleiders en vereffeningsgeleiders
- aardingssysteem
Voor het ontwerp van de opvanginrichting staan een 3-tal modellen ter beschikking:
- bliksembol principe
- beschermingshoek principe
- vermazing principe
Tot slot worden een aantal voorbeelden gegeven voor deelstukken van de bliksembeveiligingsinstallatie, inclusief aanvullend te nemen maatregelen bij objecten met ontploffingsrisico.
Deel 4 van de norm beschrijft de te nemen maatregelen voor de beveiliging van elektrische en elektronische installaties en apparatuur tegen de elektromagnetische impuls als gevolg van blikseminslag. Via de aanwezige leidingen voor nutsvoorzieningen en communicatiedoeleinden kan ook een blikseminslag in de omgeving van een object op deze wijze voor problemen zorgen.
De te nemen maatregelen voor deze zogenaamde “inwendige” bliksembeveiliging voor elektrische en elektronische systemen bestaan met name uit:
- potentiaalvereffening
- afgewogen kabelloop
- afscherming
- overspanningsbeveiliging
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.