Relatie met NEN 1010
Het verdient aanbeveling de (uitwendige) blikseminstallatie uit te voeren volgens NEN-EN-IEC 62305. Deze normenreeks schrijft voor dat de bliksembeveiligingsinstallatie moet zijn voorzien van een eigen aardingssysteem. Indien dit aardingssysteem ook dienst doet als veiligheidsaarding van een laagspanningsinstallatie, moet het aardingssysteem behalve aan NEN-EN-IEC 62305 ook voldoen aan NEN 1010 (secties 44 en 54).
Tijdens blikseminslag op of in de omgeving van de blikseminstallatie kunnen potentiaalverschillen optreden tussen delen van de blikseminstallatie en metalen delen in de omgeving (leidingen van CV-installaties, communicatie-kabels, water- en gasleidingen enz.) of elektrische installaties. Hierdoor kan afslag (overspringen van een ontlading) optreden en kunnen gevaarlijk hoge spanningen ontstaan. Om afslag te voorkomen wordt potentiaalvereffening toegepast. Hierbij worden alle onderdelen van geaarde installaties en metalen delen met de blikseminstallatie verbonden volgens NEN 1010. Voor beveiliging tegen overspanningen ten gevolge van blikseminslag zie Rubriek 443 van NEN 1010.
Let op: vanwege het hoogfrequent-gedrag van blikseminslagen worden aan aarding en potentiaalvereffening ten behoeve van bliksembeveiliging specifiekere eisen gesteld aan de toe te passen systemen dan bij aarding in het algemeen volgens NEN 1010.
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.